Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU2111

Datum uitspraak2005-08-31
Datum gepubliceerd2005-09-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200500328/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 27 mei 2004 heeft de gemeenteraad van Zwartewaterland, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 mei 2004, het bestemmingsplan "De Schans, partiële herziening [locatie]" vastgesteld.


Uitspraak

200500328/2. Datum uitspraak: 31 augustus 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoeker], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Overijssel, verweerder. 1.    Procesverloop Bij besluit van 27 mei 2004 heeft de gemeenteraad van Zwartewaterland, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 mei 2004, het bestemmingsplan "De Schans, partiële herziening [locatie]" vastgesteld. Verweerder heeft bij zijn besluit van 16 november 2004, RWB/2004/2191, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 7 januari 2005, bij de Raad van State ingekomen op 13 januari 2005, beroep ingesteld. Bij brief van 11 maart 2005, bij de Raad van State ingekomen op 14 maart 2005, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 augustus 2005, waar verzoeker, vertegenwoordigd door A.E.P. Mooiweer, en verweerder, vertegenwoordigd door T. Drint, ambtenaar van de provincie Overijssel, zijn verschenen. Voorts zijn daar ing. H. Groeneveld, ambtenaar van de gemeente Zwartewaterland, en [belanghebbende] gehoord. 2.    Overwegingen 2.1.    Bij uitspraak van heden, no. 200500328/1, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen. 2.2.    Gelet op de uitkomst van zaak no. 200500328/1 ziet de Voorzitter aanleiding de provincie Overijssel op na te noemen wijze in de proceskosten te veroordelen en tevens te gelasten dat de provincie Overijssel het door verzoeker voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht vergoedt. 3.    Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I.    wijst het verzoek af; II.    veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Overijssel tot vergoeding van bij verzoeker in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 322,00 (zegge: driehonderdweeënntwintig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de provincie Overijssel  aan verzoeker onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; III.    gelast dat de provincie Overijssel aan verzoeker het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 136,00 (zegge: honderdachtzesendertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Tulmans, ambtenaar van Staat. w.g. Van Buuren    w.g. Tulmans Voorzitter    ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 31 augustus 2005 381.